Getuigenis Annie
Mijn naam is Annie. Ik ben 65 jaar.
Hoe ik dysartrie kreeg
De ziekte van Parkinson werd bij mij vastgesteld op 60-jarige leeftijd. De eerste tekenen van mijn ziekte waren gevoelloosheid in mijn pink en ringvinger. Ik begon ook kleiner te schrijven. Het viel op dat ik snel vermagerde. De laatste 6 maanden gaat het steeds slechter met mij. Vooral deze laatste maand ben ik extreem achteruit gegaan. Ik wist eerst niet wat de term dysartrie inhield. Ik heb dit opgezocht en nu weet ik wel wat het betekent.
Mijn leven vroeger
Ik deed aan bloemschikken, tekenen, knutselen en zeilen in clubverband. Ik was een zeer avontuurlijk persoon. Het beroep dat ik uitoefende was kleuterjuf. Ik deed zelf de boodschappen en het huishouden. Ik had ook een heel goed contact met mijn familie en vrienden. Wij zagen elkaar heel vaak. Het autorijden is iets wat ik heel erg mis.
Mijn spraak in het begin
Mijn spreken ging goed tot één jaar geleden. Het begon met opmerkingen van mensen met wie ik telefoneerde. Zij gaven aan dat ik geen intonatie meer had in mijn stem. Mijn articulatie werd ook negatief beïnvloed door speekselvloed. Hierdoor was ik ook niet goed meer verstaanbaar. De spreeksnelheid en luidheid zijn ook gedaald.
Bijkomende problemen
Ik heb ook heel wat emotionele moeilijkheden, vooral doordat ik geen expressie meer kan tonen. Ik heb ook slik- en kauwproblemen. Op motorisch vlak heb ik ook heel wat moeilijkheden. Mijn geschrift is klein en beverig, maar het is wel leesbaar. Ik kan moeilijk stappen en gebruik hiervoor een rollator. Ik heb ook last van evenwichtsproblemen.
Mijn therapieproces
Ik krijg zowel kinesitherapie en ergotherapie als logopedie. Kinesitherapie en ergotherapie vind ik het belangrijkste omdat dit helpt voor de motoriek/bewegen. Ik krijg nu één jaar logopedie tweemaal per week gedurende 30 minuten. In het begin was dit anders. Dan kreeg ik om de twee weken één uur logopedie. Logopedie vind ik belangrijk voor mijn sociaal leven.
Mijn alledaagse communicatie
Converseren vergt een grote inspanning. Het gaat niet vlot. Soms raak ik geïrriteerd, vooral bij het spreken met onbekenden, omdat ik niet altijd goed begrepen wordt. Ook wanneer ik boodschappen doe, raak ik soms geïrriteerd. Het spreken op zich vermijd ik niet. Ik durf nog steeds alles vragen. Ook het spreken in groep of met onbekenden vermijd ik niet, maar het lukt niet vlot. Soms is het wel moeilijk om in groep te praten omdat ik niet luid kan praten. De mensen praten dan boven mij en dan ben ik niet meer verstaanbaar. Soms betrekken mensen mij ook niet bij het gesprek. Wanneer ze me niet begrijpen, zal ik steeds herhalen wat ik gezegd heb. Bij het spreken in groep steek ik mijn hand op wanneer ik iets wil zeggen.
Begrip van de omgeving
Mijn naaste familie en omgeving toont wel begrip voor mijn spraakstoornis. Wanneer ik met onbekende mensen praat, krijg ik soms wel de indruk dat ze geïrriteerd raken doordat ze me niet goed verstaan.
Mijn leven nu
Het doen van boodschappen lukt niet meer omwille van mijn motorische problemen. Toch probeer ik zoveel mogelijk te helpen in het huishouden. Lezen is mijn hobby en dit doe ik heel vaak. Het contact met vrienden en familie is wel verminderd. Niet iedereen weet hoe ze moeten omgaan mij en met mijn ziekte. Ik heb nu minder vrienden dan vroeger. Zelf neem ik ook minder contact op met hen.
Tips voor andere personen met dysartrie
- Volharden, laat de stoornis niet de bovenhand krijgen
- Logopedische therapie
Tips voor omgaan met personen met dysartrie
Vraag om herhaling wanneer u me niet begrepen heeft.