Getuigenis Fons
Mijn naam is Fons.
Hoe ik dysartrie kreeg
In 2008 kreeg in een hersenbloeding. Ik herinner me nog alles. Ik stond rond vijf uur ’s morgens op om naar het toilet te gaan. Mijn broer hoorde dat ik gevallen was en kwam naar beneden gelopen. Hij heeft me terug in bed geholpen. Tot half drie ’s middags heb ik daar gelegen en toen heeft hij de dokter gebeld. Ik kon niet meer praten en mijn linkerarm was verlamd. De ambulance kwam me halen en ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Voor mijn hersenbloeding had ik nog nooit van de term dysartrie gehoord. Via de logopediste kreeg ik wel veel informatie over de spraakstoornis. Mijn logopedist gaf me ook algemene communicatietips mee.
Mijn leven vroeger
Vroeger had ik een boerderij. Ik ben daar nu mee gestopt en de boerderij werd niet overgenomen. Ik ben niet getrouwd en woon met mijn drie broers in het ouderlijk huis. Eén van mijn broers heeft ook een hersenbloeding gehad, zo’n dertien jaar geleden.
Mijn spraak in het begin
Ik kon niet meer praten. Ik kreeg onmiddellijk logopedische therapie in het ziekenhuis. Daar leerde ik stilaan terug praten. Vooral trager spreken bevordert de spraakverstaanbaarheid.
Bijkomende problemen
Na mijn CVA was mijn linkerarm verlamd. Mijn linkerarm is vrij snel genezen door de vele oefeningen. Daarnaast heb ik ook problemen met mijn linkerbeen. De knieproblemen die ik heb door een letsel uit mijn jeugd zijn een bijkomend probleem die het stappen bemoeilijken. Maar deze zijn dus geen gevolg van mijn hersenbloeding.
In het begin had ik ook problemen om te slikken. Ik kreeg eerst een infuus, toen sondevoeding en daarna mocht ik stilaan eten en drinken. Ik verslikte me vaak maar dat verbeterde in de periode na de hersenbloeding.
In het begin had ik ook problemen om te slikken. Ik kreeg eerst een infuus, toen sondevoeding en daarna mocht ik stilaan eten en drinken. Ik verslikte me vaak maar dat verbeterde in de periode na de hersenbloeding.
Mijn therapieproces
Ik krijg nu twee keer in de week een half uur logopedie, een half uur kinesitherapie en ergotherapie. Vooral de logopedische therapie vond ik een hele stap vooruit. In de logopedie moest ik voornamelijk letters lezen en zinnen herhalen. Ik kreeg ook de tip om trager te spreken zodat mensen me beter verstaan. Als ik te snel praat, dan verstaan de mensen me niet maar als ik rustig spreek dan gaat het redelijk goed. Ik vind dat logopedie iedereen met een spraakstoornis vooruit helpt, maar je moet er wel moeite voor doen. Je moet graag en veel naar het revalidatiecentrum komen voor logopedische therapie. Ikzelf ben heel gemotiveerd om aan mijn spraak te werken.
Mijn alledaagse communicatie
Ik ondervind niet echt problemen om me uit te drukken. Ik vind dat het redelijk goed gaat en dat ik mijn plan kan trekken. Ik vind het helemaal niet erg als mensen vragen of ik de zin wil herhalen. In het begin kon ik helemaal niet praten, nu gaat dat al veel beter.
Begrip van de omgeving
Ik pas me aan als mensen me niet verstaan. Ik weet dat ik dan trager moet praten. Ik vind dat er veel begrip is voor mijn spraakstoornis. De mensen zijn altijd eerlijk als ze met mij communiceren. Ik heb ook tegen iedereen verteld wat er gebeurd is, zodat iedereen er begrip voor heeft.
Mijn leven nu
Met de boerderij ben ik nu gestopt. Maar voor de rest kan ik alles doen wat ik wil. Mijn spraak belemmert me niet. Ik vermijd geen situaties. Ik vind wel dat mijn leven veranderd is na de hersenbloeding maar ik besef dat er mensen zijn die het erger hebben dan ik.
Tips voor omgaan met personen met dysartrie
Geef aan als je me niet verstaat. Ik vind het helemaal niet erg als mensen vragen of ik de zin wil herhalen.