Getuigenis Maurice
Mijn naam is Maurice. Ik ben 73 jaar.
Hoe ik dysartrie kreeg
Mijn dysartrie ontstond nadat een bloedklonter mijn spraakcentrum blokkeerde. Ik kon helemaal niet meer spreken. Het duurde een drietal dagen vooraleer ik opnieuw enkele klanken kon uitbrengen. Verder had ik geen verlammingen of motorische problemen. Het schrijven lukte wel nog. Ik had nog nooit van het woord dysartrie gehoord. De logopediste heeft mij alles heel goed uitgelegd.
Mijn leven vroeger
Ik ben 35 jaar leerkracht geweest in het lager onderwijs. In mijn vrije tijd deed ik opzoekingen rond de stambomen van families. Verder schreef ik ook artikels en was ik heel geïnteresseerd in de familiegeschiedenis.
Mijn spraak in het begin
Het duurde een drietal dagen vooraleer ik opnieuw klanken kon produceren. Er werd meteen gestart met logopedie. In het begin leerde ik mezelf opnieuw letters produceren door te hakken en plakken (bv. v-o-s vos). Er waren een aantal letters die heel moeilijk waren voor mij, namelijk /j/ en het verschil bij /g/ en /h/.
Bijkomende problemen
Ik heb geen enkel bijkomend probleem, ook motorisch is alles heel goed.
Mijn therapieproces
Er werd meteen gestart met logopedische therapie. Eerst werden er lip- en tongoefeningen gedaan. Omdat bepaalde klanken heel moeilijk te produceren waren voor mij (/j/, /g/, /h/ en /r/) werden er aangepaste oefeningen gegeven. Geleidelijk aan werd er overgegaan naar pittigheidsoefeningen en tongtwisters. Momenteel wordt er vooral geoefend op spontaan niveau. Voor hiermee gestart wordt, moet ik steeds een stukje lezen. Het spontaan spreken wordt geoefend door middel van voorkeursoefeningen (‘Drink je liever thee of koffie?’) of het geven van een omschrijving waarbij bepaalde woorden niet gebruikt mogen worden. Het lezen lukt goed, maar het tempo is eerder aan de trage kant. Ik vermoed dat de logopediste hier nu vooral aan zal werken. In het beginproces van mijn therapie kreeg ik drie keer per week gedurende 30 minuten logopedie. Recent werd er overgegaan naar twee keer per week gedurende 30 minuten therapie.
Mijn alledaagse communicatie
Communiceren lukt goed. Iedereen verstaat me. Ook telefoneren gaat opnieuw vlot. Ik moet er soms wel nog op letten dat ik niet te snel ga praten. Wanneer ik dit wel doe, ben ik minder verstaanbaar. Ik corrigeer mezelf hierbij. Spreken vraagt enkel een inspanning wanneer ik nerveus of geëmotioneerd ben. Het stellen van vragen of praten in een kleine groep mensen vraagt wel meer concentratie van mij.
Begrip van de omgeving
Alle mensen die ik ken, tonen begrip.
Mijn leven nu
Ik deed vroeger boodschappen en doe dit nu nog steeds. Ik werk in het archief van een museum, een bibliotheek en een documentatiecentrum. Verder werk ik als vrijwilliger in een dienstencentrum voor senioren. Ik ben verantwoordelijk voor de zogenaamde telefooncirkel. Dit houdt in dat ik wekelijks bel met 80-plussers die hulpbehoevend, eenzaam … zijn. Ik ga na hoe het met hen gaat en of iemand eventueel bepaalde hulp nodig heeft. Gedurende de maanden november en december heb ik deze taak niet kunnen uitvoeren, omdat ik me niet zo goed kon uitdrukken. Nu kan dit wel opnieuw. Verder heb ik nog steeds heel vaak contact met mijn familie.
Tips voor andere personen met dysartrie
- Heb vertrouwen in logopedie en heb de moed om de oefeningen te doen
- Heb geduld met jezelf en de logopedist moet stimuleren
Tips voor omgaan met personen met dysartrie
- Geduld hebben, geef de persoon de tijd om zich uit te drukken.
- Wijs de persoon op gemaakte fouten.